De Jubilus Bernardi

Vexilla regis | Ausonius and his Rose | Alain de Lille | Dulcis Jesu memoria | Mundi renovatio | Lux jucunda | Ambrosius | Veni Redemptor | Prudentius | Adam St. Victor


Dulcis Jesu memoria

jubilus Bernardi (beter: pseudo-Bernardi) => met inversie: Jesu dulcis memoria

Het hele lied kunt u lezen met diverse vertalingen op deze pagina

 

 

Jesu_Dulcis_Memoria.jpg

 

Deze hymne (eigenlijk geen hymne, maar een sequens) doet wat het zegt. Het brengt de lezer/zanger/bidder van de zoete (zoet - mystiek codewoord voor heilzaam, verzoening brengend) gedachtenis - memoria van Jezus naar de fysieke ervaring van zijn aanwezigheid, presentia (realis)
 

Dulcis Jesu memoria,

dans vera cordi gaudia,

sed super mel et omnia

eius dulcis presentia.

O Jezus, uw gedachtenis
vervult het hart met lafenis,
maar honingzoete zaligheid
is pas uw tegenwoordigheid.

 

Het lied stamt wrsch. uit de late 12de eeuw, en is pas in de 15de eeuw in de liturgie terechtgekomen en wel in drie delen. Het bekendst werden de eerste 5 coupletten (met een doxologie)  "Jesu dulcis memoria" (eigenlijk voor de Vespers van het officie van de Heilige Naam van Jezus). De Engelse vertaling van Edward Caswall (1849) kon ook buiten de roomskatholieke wereld op een warm onthaal rekenen: 'Jesus, the very thought of Thee'. De melodie die meestal gebruikt wordt in de engelstalige wereld is er eentje van John Bacchus Dykes*. In de Hervormde bundel van 1938 stond het lied ook (vertaling NN, 12 coupletten, zeer letterlijk vertaalde selectie 1-5, 16, 6, 24, 10b, 10, 29, 37) met een gregoriaanse melodie uit het Antiphonale Monasticum, genoteerd in kwartnoten, 4/4, zonder rust of ademhaling. Geen succes in de hervormde kerk.

 

 

Voor het Liedboek 1971 is een nieuwe - meer dichterlijke - vertaling gemaakt van dezelfde 12 coupletten (een 'bewerking') als in de bundel 1938 stonden. Auteur S.P. de Roos. Deze heeft echter de selectie voor het liedboek 1973 niet gehaald. Wel staat ze in de oud-katholieke gezangbundel en - surprise - in de Evangelische liedbundel. In de laatste is ze genoteerd met een prachtige oude Engelse melodie : de hymnus eucharisticus, ook wel the Magdalen Grace geheten (lied met deze melodie dat op 1 mei gezongen wordt in Oxford, Magdalen College - zie infra). Beide vertalingen maken het zichzelf moeilijk door perse alle vier regels van een couplet hetzelfde rijm te geven. In het Latijn niet zo moeilijk, maar in het Nederlands al gauw gekunsteld.

Een poëtisch veel sterkere vertaling van de eerste 5 coupletten door J.W. Schulte Nordholt stond in het boek Hymnen (1967 - in de tekstuitgave van 1964, stonden nog 4 andere verzen). Hij verbreekt de rijmdwang van 4, door gewoon paarsgewijs te rijmen. Deze versie is opgenomen in het Liedboek 2013 (lied 373). De melodie uit de gezangbundel 1938 wordt erbij geplaats, maar nu semi-gregoriaans genoteerd - niet echt uitnodigend voor wie met die notatie niet vertrouwd is, en onduidelijk voor wie met die notatie wel vertrouwd is (zie hierboven de èchte gregoriaanse notatie). Mislukking verzekerd. Dit is zoals ze in het ontwerp voor het Liedboek 1971 was genoteerd (bron; 'Een plaats ontzegd'):

 

dulcis 1983

 

Van het latijnse lied zijn vele versies in omloop (vaak met corruptie van tekst en aanwas van nieuwe strofen). Voor de muzikale zettingen die wij kennen is vaak een teksteditie uit de 15e-16e eeuw gebruikt, herkenbaar aan de inversie van de eerste twee woorden: Jesu dulcis memoria. Ook in de 19e eeuw werd die versie nog vaak gepubliceerd, soms met het epitheton: gereconstrueerde oertekst. De tekst is een geestelijk liefdeslied, een lied van verlangen, qua spirituele tonaliteit inderdaad verwijzend naar Bernard van Clairvaux. Na de inleidende strofen (geen hoger vreugde dan de ervaring van Jezus' presentie, met enkele fraaie literaire en muzikale zinswendingen) volgt dan het klassieke scala van zielstoestanden op weg naar de mystieke eenheidservaring: van het wenen vanwege de afwezigheid, tot de sensuele vreugde van de vereniging en mede-opname in zijn hemelvaart. Ik heb het laatste couplet ook maar vertaald. Samen met de 5 van Schulte Nordholt is het dan een kort mystiek lied op maat ver-/gesneden voor een 21ste-eeuwer. Voor een goed zingbare meditatieve melodie: luister eens naar Heinrich Schütz rijke toonzetting van enkele coupletten in zijn "O bone Jesu", SWV 471: bijv. het prachtige couplet "Jesu, sole serenior / et balsamo suavior / omni dulcore dulcior / pre cunctis amabilior.", ook te beluisteren op op youtube (choraliter: 1:19). Zou die melodie (of een andere meditatieve melodie) de kans op succes niet vergroten? For completeness heb ik ook de 12 verzen uit 1938 (n.n.) en 1971 (S.P. Roos) opgedolven. U vindt ze onderaan de pagina.

 

Dulcis Jesu memoria,

dans vera cordis gaudia,

sed super mel et omnia

eius dulcis presentia.


Nil canitur suavius,

auditur nil iocundius,

nil cogitatur dulcius

quam Jesus Dei filius.


Jesu, spes penitentibus,

quam pius es petentibus,

quam bonus te querentibus:

sed quid invenientibus?


Jesus, dulcedo cordium,

fons veri, lumen mentium,

excedit omne gaudium

et omne desiderium.


Nec lingua potest dicere

nec littera exprimere,

expertus novit tenere

quid sit Jesum diligere.

 

...

 


Iam prosequamur laudibus

Jesum hymnis et precibus,

ut nos donet regalibus

cum Christo celi sedibus.

Amen.

 

 

O Jezus, uw gedachtenis
vervult het hart met lafenis,
maar honingzoete zaligheid
is pas uw tegenwoordigheid.


Er is geen liefelijker lied
en in het oor zo’n zoetheid niet,
en geen gedachte ooit zo schoon
als Jezus is, Gods lieve Zoon.

 

O hoop voor wie zich tot u keert,
o trouw voor wie naar U begeert,
Gij die al wie U zoekt bemint,
wat zijt Gij wél voor wie U vindt !
 

O Jezus in het hart een zon,
een strelend licht, een zoete bron,
die alle vreugd te boven gaat
en alles waar het hart op staat.
 

Geen taal weet daar voldoende van,
geen pen die dat beschrijven kan.
Wie in ‘t geloof is ingeleid,
die weet van Jezus’ innigheid.
                   [J.W. Schulte Nordholt]

...

 

 

Laat ons lofzingen, volgen hem,
met hymnen bidden, loven hem,
die ons, als eens de hemel wenkt,
oneindig grote vreugde schenkt.
                                             [dw]

 

 

 

 

 

* back

Dit lied wordt ook wel gezongen op de melodie van de 'hymnus eucharisticus', traditioneel het startschot van May Day in Oxford, Magdalen College... tune: ook wel 'Magdalen Grace'

Zie/hoor youtube:https://youtube.com/watch?v=I8hxVsIBkHs&feature=shares&t=48

 

The Oxford Hymn Book page 875

 

 

12 coupletten


Gezang 167 - Bundel 1938 NH Kerk
N.N.
Een plaats ontzegd (liedboek 1971,
maar niet opgenomen) S.P. Roos

J.W. Schulte Nordholt (hymnen)


 

 
1
Jezus' zoete gedachtenis
geeft aan het hart verheugenis,
maar 't allerzoetst bevinden is,
als zelf Hij tegenwoordig is.

1
Gedachtenis aan Jezus leidt
het hart tot ware vrolijkheid,
maar de allerzoetste vreugd bereidt
zijn eigen tegenwoordigheid.

O Jezus, uw gedachtenis
vervult het hart met lafenis,
maar honingzoete zaligheid
is pas uw tegenwoordigheid.
2
Niets klinkt zo teder en zo fijn,
niets kan voor 't oor zo lief'lijk zijn,
niets schoners kan te denken zijn,
dan Jezus' aanschijn, godd'lijk, rein.

2
Geen lied heeft lieflijker accoord,

geen zoeter klank wordt ooit gehoord,
niets dat ons danken méér bekoort
dan Jezus Christus, 't eeuwig Woord!

Er is geen liefelijker lied
en in het oor zo’n zoetheid niet,
en geen gedachte ooit zo schoon
als Jezus is, Gods lieve Zoon.
 
3
Jezus, hoop voor wie schuld belijdt,
hoe goed zijt Gij ten allen tijd'
voor wie verlangend U verbeidt!
maar wie U vindt, wat zaligheid!
3
O Heer, wat is het zoeken zoet,
wat zijt Gij mild, wat zijt Gij goed
voor wie berouwvol boete doet,
maar zalig die U zelf ontmoet.  
O hoop voor wie zich tot u keert,
o trouw voor wie naar U begeert,
Gij die al wie U zoekt bemint,
wat zijt Gij wél voor wie U vindt !
 
4
O Jezus, van ons hart 't sieraad,
o levensbron, o geesteszaad,
die alle vreugd te boven gaat,
die alle hoop bevredigd laat!
4
O Jezus, 's harten medicijn,
o levensbron , o zonneschijn,
Gij geeft een heerlijkheid, zo rein
als ooit een vreugd begeerd kan zijn.
O Jezus in het hart een zon,
een strelend licht, een zoete bron,
die alle vreugd te boven gaat
en alles waar het hart op staat.
 
5
Geen tong het ooit verhalen kan,
geen schrift het ooit bepalen kan,
slechts wie 't ervoer geloven kan,
hoe men Jezus beminnen kan.
5
Wat uw verborgen omgang biedt
dat zeggen mensentongen niet,
dat schrijven onze letters niet,
dat weet hij die het zelf geniet. 
Geen taal weet daar voldoende van,
geen pen die dat beschrijven kan.
Wie in ‘t geloof is ingeleid,
die weet van Jezus’ innigheid.
 
6
Wie U proeft, hongert altijd weer,
wie U drinkt, hem dorst altijd weer,
hij kan niets meer verlangen, Heer,
naast U, zijn enige begeer.
     
7
U zoekt mijn ziel ter sponde mijn
in 's harten welgesloten schrijn.
Waar alle mensen verre zijn,
zoekt U met vlijt de liefde mijn.
 
8
Aan welke plaats ik mij bevind,
mijn harte steeds op Jezus zint:
de blijdschap, wanneer ik Hem vind,
't geluk, wanneer mijn ziel Hem wint!
     
9
Wanneer Gij wilt in 't harte zijn,
verlicht ons uwer waarheid schijn,
verbleekt der wereld vale schijn
en brandt in ons uw liefde rein.
     
10
Blijf bij ons, Heer, te dezer tijd;
uw licht verlicht' onz' arm'lijkheid;
verdrijf Gij nacht en donkerheid,
vervul ons met uw lief'lijkheid!
     
11
O zaal'ge brand, o felle gloed,
verlangen, blaak'rend ons gemoed,
en toch verkwikking, koelte zoet,
voor wie Gods Zoon beminnen moet!
     
12
Heem'lingen, u reien stelt,
gij poorten, heft uw sterk geweld,
des overwinnaars zege meldt:
"Gegroet, o Jezus, sterke held!"
     
       
       













 

 

 

 

[Dick Wursten, maart 2015]