Allen op
reis…
Ookal wordt
het elk jaar vanzelf weer 25 december, dat wil nog niet zeggen dat het het
vanzelf Kerstfeest wordt. Daarvoor moet er nogal wat gebeuren. Daarvoor moet
eigenlijk alles in beweging komen, wijzelf niet in het minst... net als
toen.
Het
lijkt wel alsof dat in de verhalen rond Kerst wordt uitgebeeld. Ook daar - in
de bijbel en in de legenden - komt iedereen en alles in beweging... omdat God
om ons bewogen is.
Schriftlezing: Lukas 2: 1-3
1 En het geschiedde in die dagen, dat er een
bevel uitging vanwege keizer Augustus, dat het gehele rijk moest worden
ingeschreven. 2 Deze inschrijving had voor het eerst plaats, toen
Quirinius het bewind over Syrie voerde. 3 En zij gingen allen op reis om
zich te laten inschrijven, ieder naar zijn eigen stad.
“en zij gingen allen op reis...” en hij heeft
het dan over de mensen, die zich vanwege het bevel van keizer Augustus naar
hun plaats van oorsprong moesten begeven om zich te laten inschrijven. M.a.w.
de gehele wereld kwam in die dagen in beweging: van de provincie Gallie,
(Gallie= incl. Belgica) tot in Judea en Israel toe.. allemaal op weg naar de
inschrijvingskantoren van de keizer. Die bepaalde en máákte de geschiedenis en
al die mensen: pionnen in zijn schaakspel... hij schuift ze heen en weer.
Toch: de inschrijvingskantoren van toen zijn nu spoorloos. De keizer en zijn
macht kennen we nog slechts uit geschiedenisboekjes… ja nog straffer:
eigenlijk is keizer Augustus enkel nog bekend bij veel mensen omdat hij hier
genoemd wordt: in het geboorteverhaal van het kind van Bethlehem.
Schriftlezing: Lukas 2:4-7
4 Ook Jozef trok op van Galilea, uit de stad
Nazaret, naar Judea, naar de stad van David, die Betlehem heet, omdat hij uit
het huis en het geslacht van David was, 5 om zich te laten inschrijven
met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke zwanger was. 6 En het
geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren
zou, 7 en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en
legde Hem in een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg.
Alles komt samen in dat ene kind, dat ene moment op
die ene plaats… De volheid des tijds noemt men dat, het moment suprème van de
wereldgeschiedenis. Dan kan ook de hemel zelf niet onbewogen blijven. Mattheus
meldt de verschijning van een ‘superstar’ aan de hemel en laat koningen uit
verre streken op reis gaan om deze koning hulde te bewijgen. Lukas gaat nog
een stapje verder: Op zo’n alles veranderend ogenblik, het kruispunt, keerpunt
van de geschiedenis kunnen de engelen in de hemel ook niet stil blijven
zitten. Ook zíj komen in beweging; ook zij gaan op reis naar de donkere aarde
om in de velden van Bethlehem te zingen van het licht der wereld. Gods wil
geschiedt in de hemel, altijd al, alzoo ook – eindelijk – op aarde:
Schriftlezing: Lukas 2:8-14
8 En er waren herders in diezelfde
landstreek, die zich ophielden in het veld en des nachts de wacht hielden over
hun kudde. 9 En opeens stond een engel des Heren bij hen en de
heerlijkheid des Heren omstraalde hen, en zij vreesden met grote vreze. 10
En de engel zeide tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote
blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen: 11 U is heden de
Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. 12 En
dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende
in een kribbe. 13 En plotseling was er bij de engel een grote hemelse
legermacht, die God loofde, zeggende: 14 Ere zij God in den hoge, en
vrede op aarde bij mensen des welbehagens. 15 En het geschiedde, toen de
engelen van hen heengevaren waren naar de hemel, dat de herders tot elkander
spraken: Laten wij dan naar Betlehem gaan om te zien hetgeen geschied is en
ons door de Here is bekendgemaakt. 16 En zij gingen haastig en vonden
Maria en Jozef, en het kind liggende in de kribbe. (Lukas 2 NBG)
Als zelfs de engelen in de hemel niet stil konden
blijven zitten in die eerste kerstnacht, om dan nog maar te zwijgen van alle
mensen die in beweging kwamen: Maria en Jozef, de herders, de wijzen, de
engelen... als als zelfs de kosmos niet stil kon blijven staan en een ster op
pad stuurde om deze koning te begroeten, moet het ons dan nog verwonderen dat
het kerstverhaal ook ons aanspoort op te staan en op reis te gaan, uit het
vertrouwde patroon van ons leven, uit de gezelligheden en verworvenheden,
verslaafdheden van ons leven, op weg naar Bethlehem, om te knielen aan de
kribbe van deze wonderlijke koning.
We mogen dan bij wijze van spreken menen de schaapjes
op het droge te hebben, we worden toch aangespoord om ze -zoals de herders-
achter te laten om die ene Naam te leren kennen die gegeven is onder de hemel
tot ons behoud. Want al onze rijkdom en al ons bezit: het zijn aardse
schatten: ze vergaan, ze kunnen ons leven niet schragen... De enige schat die
nooit opgaat is de schat in de hemelen, een geestelijke schat, een geschonken
goed... en die schat ligt nu in een kribbe, en die vreemde koning, die
nederige mens, man van smarten straks... roept om erkenning, vraagt ons om
geloof, dat is: vertrouwen, dat in zijn spoor het leven pas echt leven zal
zijn… dat enkel waar Hij regeert Gods koninkrijk zal komen.
Een geestelijke avontuur zal dat zijn, dat zeker, een
pelgrimage uit het vertrouwde om ècht Kerstfeest te vieren, het feest van de
Umwertung aller Werte, van de redding van het verlorene, de
rechtvaardiging van de goddeloze, de verhoging van de eenvoudige en de
vernietiging van de zelfmachtige.. Wat een verandering van perspectief levert
de zoektocht naar deze Heer ons op.
Toen God kwam… bleek hij een mens te zijn… menselijker
dan de mensen.
Het is een wonder voor ons ogen,
wij zien het maar doorgronden ‘t niet.
En dat wonder roept tweeerlei reactie op…
1. Van
Maria staat er: Maria bewaarde al deze woorden, die overwegende in haar hart.
Dat is een innerlijke manier, een bezonnen manier,
introvert. De geestelijke reis gaat zo a.h.w. verder als een innerlijke reis…
Maria’s leven is nooit meer zoals te voren, niet alleen omdat ze van maagd
moeder is geworden, maar ook omdat ze bezig blijft met wat daar nu gebeurd
is... meditatief, altijd tussen de dagelijkse bedrijven door... de woorden en
daden overwegende in haar hart: Letterlijk: syn-ballein / conferens =
heen en weer werpende, samenbrengende
Zo’n innerlijke reist duurt een leven lang.
2. Van de herders staat geschreven: En de herders
keerden terug, God lovende en prijzende om alles wat zij hadden gehoord en
gezien, gelijk hun gezegd was...
Dat is meer naar buiten gekeerd, meer zichtbaar,
minder meditatief, meer uitbundig. Extravert Beide reacties zijn even
legitiem. Christenen moeten elkaar op dit punt ook leren accepteren als
complementair. Kenmerkend bij beiden is dat de terugkeer naar het ‘gewone’
leven niet het einde van het ‘wonder’ betekent, maar een doorwerking van het
wonder in het gewone leven nastreeft… zodat ook dat gewone leven… bijzonder
wordt. Gods woorden en daden komen erin tot ontplooiing en de
mens bereikt zijn bestemming en alle dingen komen terecht…
Amen. |