Die fröhliche Wissenschaft | De vrolijke wetenschap is een van Friedrich Nietzsche's bekendste boeken, zeker wat de titel betreft. Bij de tweede druk (1887) heeft Nietzsche er een voorwoord bij geschreven, en er een boekdeel en een gedichtencyclus aan toegevoegd. Wat mij bij lezing opviel — en waar ik bij dezen op wil attenderen — is dat deze nieuwe omkadering (framing) het boek tot een ander boek heeft gemaakt. Mij overtuigde het oorspronkelijke boek als boek meer dan de uitgebreide herdruk. Ik vond het zelfs zo intrigerend, dat ik 186 van de 324 aforismes heb vertaald. Hieronder wat toelichting en een verantwoording. De vertaling vindt u op een aparte pagina (zie navigatiemenu).

Titelpagina van de eerste druk
(Schmeitzner/Chemnitz, 1882)
afbeelding: Rare Books auction
25/11/2019, estimate € 3.000, sold € 5.500
De eerste druk van de Vrolijke Wetenschap (1882) verschilt van de tweede (1887) doordat ze beperkter is in omvang (4 ipv 5 boeken, geen afsluitende gedichtencyclus, geen duidend voorwoord). Dit verschil is niet enkel kwantitatief, maar ook kwalitatief. Door de toevoegingen is het een ander boek geworden. De eerste editie was namelijk... àf, zoals die was. Het einde van het 4de boek (nr. 342), was echt het einde van het boek. Zarathustra komt van z'n berg af en neemt het woord (cliff hanger). Ook Nietzsche zelf was in 1882 van mening dat hij door de publicatie van dit boek een periode had afgesloten (closure). Het stond zelfs expliciet zo op de achterkaft van de editie.1 Het was tijd voor iets anders. Waarom zouden we Nietzsche niet op z'n woord nemen, en dit boek naar z'n oorspronkelijke waarde proberen te schatten, d.w.z. zo zoals het in 1882 aan de wereld werd aangeboden. Een nieuwe blik dus, andere accenten, kleuren. Het motto op de titelpagina bijvoorbeeld. In de tweede druk is het weg (vervangen door een mooi huis-tegel-rijmpje van Nietzsche). Het is ontleend aan Ralph Waldo Emerson (1803-1882), een door Nietzsche zeer geapprecieerde Amerikaanse essayist. Hij las diens Essays in het Duits (Versuche). Hier het origineel en wat Nietzsche ervan maakt.2
To the poet, to the philosopher, to the saint, all things are friendly and sacred, all events profitable, all days holy, all men divine door Nietzsche alsvolgt geparafraseerd:
Dem Dichter und Weisen sind alle
Dinge befreundet und geweiht, alle Erlebnisse nützlich, alle Tage
heilig, alle Menschen göttlich.
Voor de dichter en de wijze zijn alle dingen
vertrouwd en gewijd; alles wat ze beleven is nuttig, elke
dag heilig, ieder mens goddelijk.
(de filosoof is een wijze geworden en de
heilige is verdwenen)
Dit motto zet de toon. De vriendelijk verwelkomende houding ten
opzichte van alles wat Nietzsche om en in zich waarneemt
(sensitief, sensibel, en dus kritisch), doortrekt
grote delen van dit boek. Dat heeft het gemeen met z'n
voorganger: Morgenröthe ('Ochtengloren' (mv.)). Dit
is Nietzsche op z'n gelukkigst, een bevrijde geest, een
Freigeist. Deze houding leidt tot blijmakende inzichten:
vrolijke wetenschap. In 1886/7
heeft Nietzsche aan de vier boekdelen een vijfde boek toegevoegd,
plus een cyclus gedichten/liederen van Prins Vogelvrij.
Zeer interessant allemaal, maar dat verstoort dus — letterlijk
— de samenhang tussen dit boek en het volgende (Also
sprach Zarathustra, 1883 e.v.). Het laatste aforisme
van de eerste druk (boek IV, nr 342
— Incipit
tragoedia) is namelijk
voor 99% gelijk aan het begin van de proloog van Zarathustra
('Vorrede', sectie 1): Zarathustra verschijnt. Door de
tweede druk is de link tussen beide boeken
verbroken. Dat stoort, — mij. En — toch ook niet
onbelangrijk — in Nietzsche's leven en denken is er in die
jaren tussen 1882 en 1887 nogal wat gebeurd. Boek V stamt dus
echt uit een andere periode dan de boeken I-IV, en maakt van
het boek uit 1882 een boek uit 1887. No problem, but why
not also savour the original ... ?
— Maar die tweede druk heeft Nietzsche toch zelf gesuperviseerd!
Zeker. Maar dat is geen argument tegen de eerste druk. En al helemaal niet, als je je realiseert dat die heruitgave op z'n minst óók een poging was van Nietzsche's nieuwe uitgever/drukker om de onverkochte stock van de eerste alsnog te kunnen slijten, vanzelfsprekend als een "geheel vernieuwde en vermeerderde uitgave".3 Vandaar het voorwoord, een vijfde boek, de liederencyclus van 'Prinz Vogelfrei'. Ik vind het geen verbetering van dit boek als boek. Ik beperk me in mijn vertaling dan ook tot een selectie van gedachtenoefeningen (aforismes, Pensées) uit de eerste vier boeken. De gedichten (Reimen und Lieder) waarmee het boek begint, heb ik niet vertaald, (a) omdat ik dat niet kan (het wordt of proza of rijmelarij, beide ongewenst), en — (b) Hans von Bülow heeft Nietzsche de ogen geopend voor het feit dat hij — hoewel zéér muzikaal — geen componist was, ook al dacht Nietzsche van wel. Iets soortgelijks heeft nooit iemand met vergelijkbaar gezag tegen hem gezegd m.b.t. zijn gedichten. Nietzsche's poëtische zeggingskracht zit in zijn proza (daar is hij homo poeta, nr. 153). Ik ervaar zijn boeken als muzikaal-evocatieve gedachten-composities, rapsodisch brein-vuurwerk. Ze lezen is ze uitvoeren, en beluisteren tegelijk.
Natuurlijk, maar ik ben beginnen te vertalen voor mijzelf, als
leeshulp. Ik had afgelopen zomer een Duitse editie uit 1897
uit de kast gepakt, en dacht die even lekker in de tuin te gaan
lezen. Dat ging wel, maar was zinloos. De tekst is heel strak
gebeeldhouwd, de gedachtengang heel gecondenseerd. Je moet elk
aforisme (niet het juiste woord, maar goed) op zich (be)proeven.
En dan gaan betekenisnuances een rol spelen. Ik begon te
vertalen (weg tuin!) en haalde er een vertaling bij (Pé
Hawinkels/Hans Driessen), want al vertalend bleef ik twijfelen.
Is dit het nu? of mis ik de pointe? Maar zelfs met een echte
vertaling ernaast, merkte ik dat ik bleef terugkeren naar de
originele tekst, niet omdat de vertaling fout was (hoewel dat
soms ook), maar omdat er nog zoveel meer, of (ook) net andere
betekenissen mogelijk waren. Het historisch woordenboek van
de gebroeders Grimm, en het Nietzsche Kommentar bewezen
hier zeer goede diensten (zie onder).
Nietzsche schrijft en denkt in het Duits, en dat is geen
huis-tuin-keuken Duits, maar het historisch beladen Duits van
een 19de eeuwse intellectueel, gepokt en gemazeld in het Duitse
Luthertum en Schopenhauer, specialist in de klassieke
oudheid. Dat levert een heel aparte variant van de Duitse
taal op, die bijna niet meer begrepen wordt, en waar je snel de
mist in gaat, of iets mist. Deepl of Chatgpt kan
de tekens wel min of meer correct overzetten, maar... je hoort
Nietzsche niet spreken/denken. En dat moet, wil je hem verstaan.
In het dialectisch samenspel van klank, ritme, beeld, opgebouwd
met dat speciale Duitse taalapparaat, ontstaat de betekenis,
vormt zich de gedachte die te denken geeft, en die je moet
proberen te vatten (niet simpel, evenals het formuleren ervan,
vgl. nr. 244). En dan
ben je er nog niet: je wordt uitgedaagd je die gedachte toe te
eigenen (te doorleven, het zijn existentiële gedachten)
en erop te reageren, ja, die tegen te spreken, omdat recht
moet worden gedaan aan al wat is/wordt (nr.
297).
Pretentie heb ik als vertaler niet. Voor mij is/was het vooral
een oefening in goed lezen. Vanzelfsprekend ben ik schatplichtig
aan Pé Hawinkels en Hans Driessen,
wiens vertalingen zijn gepubliceerd
(Arbeiderspers/Boom-Vantilt). Wilt u een volledige vertaling in
boekvorm: koop die.4 Ik
ga echter in mijn lezing eigen wegen, en neem af en toe een
andere afslag, — bewust. Mijn 'credentiebrieven'? Duits op het
gymnasium in de jaren 1970, een op Duitsland geöriënteerde
studie theologie met bijvak filosofie in de jaren 1980, een
langdurige omgang met Bach's cantates, de Lutherbijbel, en de
bijbehorende theologie (ja, dat helpt om Nietzsche te verstaan),
en 30 jaar wekelijkse exegese-oefening vanuit een vreemde taal
(tot 2009 was ik (ook) protestants predikant).
Electronische versie van de Kritische Gesamtausgabe — Werke und Briefe (eKGWB), de referentie voor alle werken van Nietzsche, eds Giorgio Colli, Mazzino Montinari (1967-1975). Die fröhliche Wissenschaft: http://www.nietzschesource.org/#eKGWB/FW . Dit is de tweede druk, maar bevat dus ook de volledige eerste druk (zie boven en voetnoot 3)
Deutsches Wörterbuch van Jacob &
Wilhelm Grimm (de digitale Grimm, in DWB)).
— voor de historische gelaagdheid en betekenisnuances van
Nietzsche's Duits. Daar kun je bijv. gewoon opzoeken wat
Nietzsche voor ogen heeft als hij
in nr. 281
schrijft over "der fünfte Act einer Tragödie oder Staats-Action".
Dat is geen politieke actie of daad (Hawinkels
| Driessen), maar een politieke klucht.
Sebastian Kaufmann, Historischer und kritischer Kommentar zu Friedrich Nietzsches Werken (Band 3,2, 1. Teilband): Kommentar zu Nietzsches "Die fröhliche Wissenschaft" (Heidelberg, 2022) — een must voor iedereen die zelf Nietzsche's tekst wil lezen.
oktober-december 2025 - Dick Wursten
Op de achteromslag (U4) van 1882-editie staat gedrukt: „Mit diesem Buche kommt eine Reihe von Schriften Friedrich Nietzsche’s zum Abschluss, deren gemeinsames Ziel ist, ein neues Bild und Ideal des Freigeistes aufzustellen. In diese Reihe gehören: Menschliches, Allzumenschliches. [...] / Der Wanderer und sein Schatten. / Morgenröthe. [...] / Die fröhliche Wissenschaft.“ Deze tekst ontbreekt overigens in de #eKGWB, terwijl ze wel relevant is, lijkt me. Zelfde teneur in brieven aan Lou von Salomé en Malwida von Meysenburg (zomer 1882). Het is duidelijk dat de afronding van FW voor hem een voltooiing betekent van een levens-en-schrijf-periode, een cesuur, ook in die zin dat er nu iets nieuws kan beginnen. Studeren in Wenen, Parijs (met z'n drieën)?... Maar Zarathustra is er al en de schokkende gedachte van 'de eeuwige wederkeer' heeft zich aan hem geopenbaard. Zie Nietzsche Kommentar FW, p. 47-50. ↩
Ralph Waldo Emerson, Essays - first series (1841), nr. I: History (par. 13 in sommige uitgaven). Online archive.vcu.edu. De eerste degelijke Engelse vertaling van FW (The Gay Science, 1974) door W. Kaufmann bevat een uitgebreide passage over Nietzsche en Emerson (p. 7-13). Nietzsche las (verslond!) Emerson... in een Duitse vertaling. Hij wordt in FW ook bij name genoemd, namelijk als een van de weinigen die 'het vak van proza-schrijver' echt beheersen (nr. 92). Kaufmann: "Emerson was one of Nietzsche's great loves ever since he read him as a schoolboy. But while Nietzsche was at home in Latin and Greek, French and Italian, he read Emerson in German translations. He not only read him but also copied dozens of passages into notebooks and wrote extensively on the margins and flyleaves of his copy of the Essays. In 1874 he lost a bag with a volume of Emerson in it, but soon bought another copy. In 1881, when he wrote The Gay Science, he was rereading Emerson..." (p. 7). Voor het motto heeft Nietzsche de Duitse vertaling van G. Fabricius (R.Waldo Emerson, Versuche, 1858) aangepast. Origineel: Dem Poeten, dem Philosophen, wie dem Heiligcn sind alle Dinge befreundet und geweiht, alle Ereignisse nützlich, alle Tage heilig, alle Menschen göttlich (p. 9). Zie ook Nietzsche Kommentar FW, p. 18-19 ↩
De eerste druk was verschenen bij Ernst Schmeitzner (zie titelblad), een kleine uitgever met veel pretentie. Oplage ca. 1.000 exemplaren. De verkoop loopt niet. Het komt tot een breuk (1884). In 1886 kocht de Leipziger drukker Ernst Wilhelm Fritzsch (bij wie ook de Die Geburt der Tragödie verschenen was) de resterende exemplaren op (er waren er maar goed 200 verkocht). Uitgever Constantin Georg Naumann en Nietzsche sluiten dan een deal voor de publicatie van de nieuwe uitgaven van Nietzsche's werken. Die werden niet opnieuw gedrukt, maar eenvoudigweg voorzien van andere titelbladen en van achteraf geschreven “Vorwoorden”. De tweede druk van Morgenröthe (ongewijzigd) en Die fröhliche Wissenschaft (uitgebreide versie) verschenen beide in juni 1887. Ilab.org (p. 40) meldt dat er van de eerste druk max. 212 in omloop zijn geweest. De rest is ingebonden in de tweede druk. ↩
1978: Pé Hawinkels (grote invloed want de eerste krachtige Nederlandse vertaling, vaak herdrukt, maar slordig, vol fouten); 2003 herziening door Hans Driessen (dichter bij de brontekst, maar nog steeds niet foutloos: nr. 299 Was man den Künstlern ablernen soll. — De kunstenaars moeten niets afleren, wij moeten iets van de hen leren); 2018 volledige herziening door Hans Driessen (overleden 2017), onder supervisie van Paul van Tongeren: grotendeels nieuwe vertaling, veel meer doeltaalgericht. Storende fouten zijn er wel uit, maar soms wonderlijke vertaalkeuzes: 125 Der tolle Mensch: De krankzinnige man. De gedichten werden vertaald door Ard Posthuma: Vlot, maar of deze herscheppingen Nietzsche altijd recht doen?↩