Onder de
hoofddoek
Wat zit
er achter het hoofddoekenverbod ?
(1 september 2009)
Als voormalig leerkracht van zowel het atheneum
Antwerpen als Hoboken, ben ik actief betrokken geweest bij de
actief
pluralistische aanpak op die school. Dat nu juist daar - ook - het
hoofddoekenverbod werd ingevoerd, is veelzeggend in menigerlei opzicht.
Wie twee jaar geleden op de speelplaats van het
koninklijk atheneum rondliep werd zonder meer getroffen door de
gezellige drukte die daar heerste. Je zag wel veel meisjes met
hoofddoeken, maar dat went snel en al met al was het toch nog een bont
gezelschap. Veel vriendschappen trokken zich ook niets aan van herkomst
en levensbeschouwing. Je zag zoals overal slierten meisjes van
verschillende komaf gearmd over de speelplaats trekken..
Wat echter ook opviel, was dat er een kleine groep
meisjes was die tamelijk uniform gekleed waren en die wel altijd enkel
bij elkaar te vinden waren. Zij hadden ook geen hoofddoek om, maar
waren gekleed in een gewaad waarin de hoofdbedekking was geïntegreerd.
Ter hoogte van de oren werd het bovenste gedeelte vaak nog met plooien
en spelden gecompleteerd zodat er toch zeker niets van het oor, of een
lok van het haar zou komen piepen.
Het was maar een subgroep, maar het was er wel een
die zich roerde. Bij de dialogen die we met de leerkrachten
levensbeschouwing opzetten, deden deze dames hun mond open. Prachtig,
mondige meiden onder die hoofddoek. Maar wat ze zeiden was minder
prachtig: meningen werden verkondigd als absolute waarheden:
onbetwijfelbaar geloof. Er werd niet eens geargumenteeerd, er werd enkel
geponeerd. Wie het niet aannam werd afgewezen, ja niet enkel zijn
mening, neen ook als mens werd hij/zij afgewezen. Je zag het, je voelde
het
En zoals altijd: de andere zeiden niets, of niet
veel, de jongens vonden het prachtig en deden er vaak nog een brutaal
schepje bovenop (“homo’s? die moet je afknallen”). Niet echt
bevorderlijk voor de dialoog en het pedagogisch project van de school.
Maar je probeerde het bij te sturen, en als zij zich roerden, waren er
toch ook altijd nog wel die zich verweerden of die het opnamen voor de
geviseerden, maar leuk was het niet.
Ook niet, toen voor het schooljaar 2008-2009 werd
beslist dat enkel een losse hoofddoek mocht worden gedragen.
Waarschijnlijk uit dezelfde hoek kreeg de leerkracht Islam anonieme
oekazes in zijn postvak met fatwa’s van het internet omtrent hoever de
bedekking volgens de ware leer minstens moest gaan. En in de loop van
het jaar bleek steeds vaker dat meisjes die aan het begin van het
schooljaar nog losjes met deze zaken omgingen strakker werden.
Desgevraagd, vernam ik via via twee soorten verhalen. Bij sommigen was
het een bewuste keuze, ik zal maar zeggen: een omarming van een
fundamentelere vorm van Islam onder invloed van ‘evangelisatie’ (vergeef
me de term) van klasgenoten en daarbuiten; bij anderen was het een
bezwijken onder de druk om van het gezeur af te zijn en gewoon mee te
mogen doen. Zo was het vorig schooljaar in Antwerpen en Hoboken. Zover
was het gekomen omdat deze twee scholen, beide van het GO!, beide
gelegen in kansarme buurten van de stad, geweigerd hadden – in
tegenstelling tot veel andere scholen, bijn alle andere scholen – om van
de hoofddoek een punt te maken. Zij hadden de deuren gewoon opengelaten.
Voor iedereen, zo zoals die is. Enkel omdat bijna alle andere scholen er
– in stilte – wel een punt van hadden gemaakt, waren de moslima’s die er
ook een punt van maakten (maar dan inde ander zin) vanzelf op een van
deze scholen terecht gekomen. Het was een concentratieschool geworden.
Wat moet je doen als je school een concentratieschool
is gworden en alle extra middelen om kansarmoede weg te werken
(GOK-uren, OKAN-klassen, bijlessen) het aanzuigeffect niet hebben
geneutraliseerd (integendeel: ook iets om over na te denken!) en
tijdens dialogen en ontmoetingen de strenge Islam al snel het gesprek
domineert. De directie heeft met vrees en beven voor een radicale aanpak
gekozen. een noodmaatregel. Een verbod. Afin, hoe het is verlopen hoef
ik hier niet beschrijven; het is voldoende in de media geweest. Het
optreden van imam Nordin Taouil (wie vertegenwoordigt hij eigenlijk?
Waarom kreeg hij zoveel spreekruimte?) was onvergeeflijk. Zijn negatieve
houding, reeds voor de zomer, heeft wat een locale uitzonderinsmaatregel
was doen escaleren in een nefaste ideologische discussie.
En wat vind ik nu, zo vraagt men mij als inspecteur
protestants-evangelische godsdienst van het totaalverbod van de raad van
het GO! Twee dingen:
1. Ik vind het een goede zaak dat men de
verantwoordelijkheid voor de ontstane spanningen uit de handen van de
directies heeft genomen; Het was hun boven het hoofd gegroeid. Zij
wilden
enkel van de vicieuze cirkel van een concentratatieschool af. Voor hen
was het werkelijk een pragmatische maatregel. De reactie erop heeft er
een ideologische discussie van gemaakt. Jammer. Het ligt allemaal zo
gevoelig en ‘de hoofddoek’ bestaat niet. Het is zo’n ingewikkeld ding en
het kan tegenovergestelde betekenissen hebben, afhankelijk van de
context. Een en hetzelfde hoofddoekje kan kan een vrouw onderdrukken en
bevriijden. Oprechte getuigenissen van beide bestaan. Voor de overgrote
meerderheid van de islamitische meisjes is het echter ‘gewoon een
kledingstuk’ dat je natuurlijk aandoet, want anders ben je niet netjes
gekleed. Deze groep is de vergeten groep en misschien ook wel het
grootste slachtoffer. Zij moeten nu plots een keuze maken op voorwaarden
die de hunne helemaal niet zijn. Zij willen gewoon leven en naar school
gaan en met de vriendinnnen kletsen.
2. Ik moet bekennen dat ik een beetje bang ben dat
dit globale verbod door sommige ouderwetse vrijzinnigen (laicité-
fans) wordt aangegrepen om het pluralistische ideaal failliet te
verklaren. “Zie je wel, we hebben het toch altijd al gezegd. Al die
levensbeschouwingen, daar komt alleen maar gedonder van. Op school
voortaan geen woord meer vuil maken aan religie; wij zijn neutraal, de
godsdienstlessen terug in hun hok, het geloof is iets voor de privé!”
Dit zou een historische vergissing zijn. Deze neutraliteit bestaat
namelijk niet. Elke zichzelf respecterende levensbeschouwing – ook de
vrijzinnige – gaat over meer dan het priveleven. Het hééft invloed op
het handelen van de mens, en geen geringe; In plaats van het te negeren
(of te isoleren), zou ik het dus als de wiedeweerga integreren in het
curriculum van de school. Dan kan er tenminste over gsproken worden, ook
over de hoofddoeken, met elkaar, zonder gêne
en zonder schrik. Dat is al iets.
Hoe paradoxaal het ook klinkt: de bedoeling van het
hoofddoekverbod was niet om de dialoog te beëindigen, maar om die te
vrijwaren van monopolisering. Voorwaarde voor dialoog is dat er meerdere
meningen zijn èn mogen zijn, dat men met elkaar spreekt in wederzijds
respect: ik zeg wat ik vind, en jij wat jij vindt. En ookal ben ik het
radicaal met je oneens, toch wil ik je stem horen en je ogen zien. Ik
wil met je praten; ik wil je proberen te begrijpen, hoe anders je ook
bent. Wie weet leren we de ander dan misschien nog eens kennen. Ik hoop
dus dat het hoofddoekenverbod niet het begin is van een dodelijke stilte
op dit terrein, juist omdat onze samenleving behoefte heeft aan mondige
burgers die dit gesprek kunnen voeren omdat ze dat bijvoorbeeld al
geleerd hebben op school.
Dr. Dick Wursten (Inspecteur protestants-evangelische
godsdienst)
Home
laatste
update
Tuesday, 24 October 2023
|