| 450-jarig jubileum van de protestantse kerk in de Nederlanden (Hervormingsdag 2005)
In 1555 vertrok de predikant Gaspard van der Heyden vanuit Emden naar 
Antwerpen om te proberen aldaar - clandestien natuurlijk - een volwaardige 
kerkgemeente te stichten. Dit was al wel eerder geprobeerd, maar niet gelukt. 
Van der Heyden slaagde in zijn missie en de eerste zelfstandige protestantse 
kerkgemeente in de Nederlanden was een feit. Dat hij in Antwerpen slaagde, 
waar men elders had gefaald, hangt zeker samen met het feit dat deze stad in die 
dagen een toevluchtsoord was voor hen die om hun geloof werden vervolgd. Niet 
dat in Antwerpen andere wetten golden - ook daar golden de plakkaten -  
maar het metropolitische karakter van de stad bood anonimiteit. 
‘Antwerpen is ghelijck een werelt, men magh hem (zich) daer wel in 
verborgen houden sonder daer uyt te vlieden’, dixit een gearresteerde 
geloofsgenoot. Reeds in 1556 kan een tweede predikant beroepen worden, Adriaan 
van Haemstede, de auteur van het beroemde ‘Martelarenboek’.  Deze eerste officiële Gemeente onder het kruis 
kenmerkte zich door een strenge leer, strakke interne organisatie en grote 
zelfstandigheid. De leiding was in handen van de predikant, die samen met de 
ouderlingen (een leken-ambt, doorgaans bekleed door plaatselijke notabelen) de 
geheime bijeenkomsten organiseerde, waarvan de leden op de hoogte werden 
gebracht door de zogeheten ‘weet-doenders’ (een niet ongevaarlijk leken-ambt). 
Deze kerkeraad of consistorie stond ook in voor de aanwerving en 
het salaris van de predikanten en voor de collectieve aanschaf van lectuur: 
bijbels, stichtelijke en leerrijke boeken en niet in het minst: psalmboeken voor 
de eredienst (alles in de volkstaal natuurlijk).   In het decennium daarna groeit het aantal aanhangers snel (behalve als de 
plakkaten weer eens wat strenger worden geïnterpreteerd: “Een schande dat 
Nicodemitisme bij jullie in Antwerpen: Uitroeien die kwaal!” schrijft Calvijn vanuit Genève aan de kerkeraad) 
en begint men met openbare protestpreken buiten de stad, de zogeheten 
hagepreken. Op de afbeelding een weergave van een ‘hagepreek’ (die overigens pas 
10 jaar later gaan plaatsvinden), tenminste zo interpreteert men dit schilderij 
van Pieter Breughel dat officieel ‘de prediking van St. Jan de doper’ heet.  
 Vanuit Antwerpen, altijd in overleg met Emden (de bakermat van het 
Nederlandse protestantisme, net over de grens) werden vervolgens predikanten 
uitgestuurd naar Brussel, Axel, Hulst en Eeklo (1558), naar Gent (1562) en naar 
Mechelen (1564). Ook vonden op één uitzondering na alle synodale vergaderingen 
die binnen de grenzen van ‘de Lage Landen’ werden gehouden tot 1572 in Antwerpen 
plaast, zodat het niet overdreven is te stellen dat Antwerpen voor de 
protestanten in de Nederlanden was, wat Genève was voor de hugenoten in 
Frankrijk: kerkelijk en politiek hoofdkwartier.  In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, was deze eerste kerkgemeente in 
Antwerpen wel degelijk Nederlandstalig. De voornaamste franstalige 
Gemeente onder het kruis in de Nederlanden is altijd de gemeente van Doornik 
geweest, met haar beroemde predikant, Guy de Brès. De protestanten in die regio 
(Valenciennes, Rijssel etc.) oriënteerden zich trouwens ook veel nadrukkelijker 
op de ontwikkelingen binnen het franstalig protestantisme dan in Antwerpen het 
geval was, waar de vluchtelingengemeente in Emden (en in mindere mate: London) 
richtinggevend was. Oh, ja, in 1557 werde bij de franstalige of Waalse gemeente 
van Antwerpen een consistoire opgericht. Beide kerkeraden opereerden zelfstandig 
en stonden in voor de hele regio, verdeeld per taalrol…  Tenslotte, de eerste protestanten in de Nederlanden (na 1517) waren 
natuurlijk geen hervormden of gereformeerden (dat is 'tweede generatie 
protestanten), maar door Luther geïnspireerden en Doopsgezinden. Deze laatsten 
nemen ook het leeuwendeel van de martelaars voor hun rekening. Ere wie ere 
toekomt. Hervormingsdag 2005, Antwerpen, Dick Wursten  [bron: Johan Decavele, De eerste protestantsen in de Lage Landen, geloof 
en heldenmoed, Davidsfonds/Leuven, 2004] |