Claudio Monteverdi gaf zijn vespers uit voor 10 zangers, ongeveer
evenveel instrumentalisten en een organist. Over de zangers kunnen we
zeker zijn, aangezien hij ze uitdrukkelijk in de titel vermeldde. In de
partituur vinden we weliswaar meer dan 10 instrumenten terug, maar die
spelen nooit allemaal tegelijk, wat kan doen veronderstellen dat
verschillende musici meerdere instrumenten konden bespelen. Dat was en
is nog steeds verre van ongebruikelijk. Er is zeker géén sprake van een
koor met meerdere zangers per partij. Daar was op de hoogzalen van
Mantua, Rome en Venetië trouwens geen plaats voor. Veel hedendaagse
uitvoeringen lijken daardoor nogal onhistorisch om te gaan met het
muziekmateriaal…
Cristel nodigde al haar vrienden en kennissen uit om samen met haar dit
werk uit te voeren. Met ruim 80 ingeschreven musici lijken we ver weg
geraakt van Monteverdi’s intenties. En toch, het feit dat wij sommige
stukken wél korisch gaan uitvoeren, krijgt steun uit onverwachte hoek.
In het derde deel van zijn ‘Syntagma Musicum’ uit 1619 beschrijft
Michael Praetorius de Italiaanse muziek en hoe die met Duitse kapellen
uitgevoerd kan worden, lees: met meerdere vokale en instrumentale koren.
Hij geeft daarbij een aantal voorbeelden uit de praktijk en noemt onder
andere… het Ave maris stella uit de Mariavespers van Claudio
Monteverdi.
Omdat onze insteek door de omstandigheden die Cristel gecreëerd heeft,
heel onorigineel Italiaans is (veel te veel musici), zullen wij ons
gedeeltelijk op dat Duitse spoor bewegen. Een aantal delen zullen geheel
volgens Monteverdi’s intenties uitgevoerd worden, zoals Laudate
pueri, Audi coelum en het Magnificat (met
uitzondering van de hoekdelen). Een aantal andere werden bewerkt op de
wijze van Michael Praetorius. Zo zal bijvoorbeeld de eenvoudige textuur
van het Dixit Dominus verdeeld worden over 5 verschillende koren
die met elkaar in dialoog treden. Het Nisi Dominus zal
eenvoudigweg korisch uitgevoerd worden. Hetzelfde procédé wordt bij het
Lauda Jerusalem toegepast, maar bovendien met toevoeging van een
instrumentale verdubbeling (raddoppio stromentale). Voor het Ave
maris stella heb ik me overigens níet laten leiden door Praetorius’
directe voorbeelden uit ‘Syntagma Musicum’ en een aantal andere ingrepen
die ik wél deed, verklap ik lekker niet.
Aangezien Monteverdi’s vespers vandaag in de context van een concert
uitgevoerd worden en de liturgische bedoelingen van dit werk sowieso
hoogst onduidelijk blijven, zullen de Gregoriaanse antifonen vóór de
psalmen en het Magnificat weggelaten worden en vervangen door orgelspel.
Deze praktijk was in het 16de eeuwse Venetië trouwens
ingeburgerd. Monteverdi verving ten andere de antifonen ná de psalmen
reeds zelf door een motet (Nigra sum, Pulchra es, Duo Seraphim, Audi
coelum, Sancta Maria). Bij het Magnificat voorzag hij geen
alternatief, wat mij in de gelegenheid stelde om een voor de gelegenheid
gecomponeerde instrumentale canzona toe te voegen, ter ere onze
gastvrouwe: canzona detta la Cristalla, of What’s in a name?
Willem Ceuleers
Welkom namens het ACM en Cristel De Meulder and Friends…
400 jaar geleden
1613: Claudio Monteverdi, een werkloze componist, terug naar het
ouderlijk huis in Cremona,
terug naar z'n vader met
twee kinderen, weduwnaar, 43 jaar oud, werkloos.
ontslagen wegens bezuinigingen in de culturele sector in Mantua.
Hij had de bui al zien hangen.
En gegokt op een andere carrière, in de kerk, the place to be.
weinig kans: frivole
hofcomponist
Al enkele jaren het voorwerp van een aanval vanuit kerkelijke hoek.
De contrareformatie eiste polyfonie, volgens de regels van Zarlino,
tekst verstaanbaar.
[terzijde: bijzonder
aardige evocatie van de controverse
(Le Procès de Monteverdi)
door Denis Raisin-Dadre en
Doulce Memoire te vinden op youtube:
http://youtu.be/RN3rjRfLIHU
]
1610 was hij naar Rome gegaan met een publicatie: een mis in oude stijl
en muziek voor de vespers voor Maria.
Een soort portfolio, hoe oud en nieuw verenigd kunnen worden.
Een soort portmanteau, een kapstok om te laten zien wat hij
allemaal wel niet kan.
Geen succes blijkbaar.
Terug naar Mantua...
VANDAAG
Kristel De Meulder: Ik wil iets moois doen voor m’n verjaardag…
Waarom niet die prachtige muziek, de MariaVespers van Monteverdi.
Dat komt goed uit zei Gerard de Swerts. Ik heb daar nog een hele studie
van gemaakt, en de muziek overgeschreven vanuit de bronnen.
Laat eens zien, zei Willem Ceuleers…
Fijn, zei Cristel, wil jij dan de muzikale leiding opnemen, dan nodig ik
mijn vrienden wel uit…
En daar stroomden ze toe, van heinde en verre van stad en ommeland,
zangers, instrumentalisten …
Dat… die vespers eigenlijk maar voor ongeveer 10 zangers en eventueel
instrumentalisten bedoeld waren.. tsja…
En dat ze zeker niet bedoeld waren om door koren gezongen te
worden met meerdere zangers per partij…ai.
Toch krijgt u vanavond een authentieke uitvoering te horen.
Alleen authentiek in een wat ongebruikelijke zin, nochtans in de echt
historische zin.
Meer dan nu, was muziekmaken een collegiale bezigheid.
Je vertrouwde je ideeën toe aan het papier en soms – als je iets
speciaals had – publiceerde je de stemboekjes.
En met die boekjes moesten je collega’s het dan doen.
Je eigen muziekpraktijk zorgde voor je faam.
Daarna moesten je collega’s het doen; kocht die boekjes (bij
voorkeur de 'bassus generalis'), bladerde, die eens door…
neuriede wat, legde ze naast elkaar, collationeerde sommige stukken.
En zag wat Monteverdi deed, hoorde in z’n hoofd wat er gebeurde.
Geweldig zei hij, misschien, wat een muziek.
En dan ?
ja, dan was het maar de vraag: welke musici had hij ter beschikking, hoe
zou hij die muziek re-crereen? Welke setting ?
In Mantua deden ze dat weer anders dan in Venetie,
en Schütz aan het hof in Dresden, Praetorius in Wolffenbüttel weer
anders.
Zo bestaat er dus geen eens voor altijd correcte uitvoering.
Sterker nog: degene die pretendeert die te brengen heeft van de
muziekcultuur van de late Renaissance – vroege Barok niets
begrepen.
Vandaag krijgt u dus een ‘collegiale’ lezing van Monteverdi’s partituur
door Willem Ceuleers, hedendaags componist
Wat de muziek zelf betreft: Na het votum ‘Onze hulp’
5 vesperpsalmen / omringd door muziek voor, muziek na. Antifonen.
Gregoriaanse antifonen vooraf vervangen door instrumentale
muziekstukken
De antifonen na de Psalmen door motetten die Monteverdi zelf op
die plaats heeft voorzien en die het Mariale karakter van de
vespers stevig in de verf zetten:
Eerst de bijbelse, geïnspireerd op het Hooglied, waardoor er een
verliefde toon in de muziek komt.
En dan vrije teksten.
Tenslotte moet elke vesper een hymne hebben: Ave maris stella
Bijzonder fraaie tekst, heerlijke muziek.
En tot slot natuurlijk het Magnificat…
de woorden die Lukas Maria zelf in de mond legt.
Het is veel muziek, maar afwisselend… En zoals het vandaag klinkt, zult
u het nooit meer horen.
Oh ja, om u
gerust te stellen
400 jaar geleden
+ 3 maanden = Monteverdi vindt werk: San Marco in Venetië.
Alt :
An Baltussen, Els Caremans, Betty De
Beuckelaer, Pauline De Lannoy, Lieve D’Haese, Anny Lemmens, Anne
Peeters, Gary Schampaert, Vera Stessel, Lieve Van de Veken, Aline
Vercruyssen, Lieve Wuyts
Tenor :
Jos Aerts, Harry Bouwman, Gregory
Delbrouck, Jan Mertens,
Peter Schellemans
André
Vandemeulebroecke, Erik Zwysen
Bariton/bas :
Walter Bosmans, Herman De
Herdt, Norbert De Loecker, Herman de Preter, Manfred Halsema, Luc
Martens, Stefaan Mattys,
Herman Moelants,
Patrick Mollet, Hans Neels, Jef Ongena, Livien Peeters, André
Vierendeels
Viool :
Olga Blansaer, Hans Cammaert, Christophe de Failly, Wilfried Praet
Viola :
Veerle Roggeman, Heidi Verbruggen
Viola da gamba
: Andoni Michelena, Eddy Moons, Piet Van Steenbergen
Cello :
Caroline Courtois
Traverso :
Hilde De Bleser, Walter De Clercq
Blokfluit :
Katelijne Loete, Lisbeth
Wolfs
Cornetto :
Sus Herbosch, Caroline Van Dyck
Trombone :
Koen Becu, Bruno Boey,
Christophe Desbuleux, Dries Fonteyn,