T.S. Eliot
:
The Journey of the Magi
door The Waste Land
teksten geschreven voor en
uitgesproken tijdens enkele concerten met
triosonates
van Willem Ceuleers. Het eerste concert vond plaats op 29
januari 2006 in de Protestantse Kerk van Antwerpen-Oost
De titel was:
Ceuleers meets mr. Eliot
deel II:
overe
the Hollow Men
deel III:
over Ash-Wednesday
deel IV:
over Four Quartets
extraatje:
de 'andere Eliot'. De humorist (Hippopotamus)
en The Naming of Cats...
1. Waarom het
echt nieuwe
doortrokken is van het
oude
twee citaten uit ‘Tradition
and the Individual Talent’ uit 1928:
[Wij hebben de neiging] “om –
wanneer wij een dichter lof toezwaaien – dat wij vooral letten op
aspecten van zijn werk waarin hij het minst op anderen lijkt; In die
aspecten of onderdelen van zijn werk menen we het meest persoonlijke
element aan te treffen, iets dat het geheel eigen wezen van de dichter
uitmaakt. We staan graag stil bij de verschillen tussen hem en zijn
voorgangers, vooral zijn directe voorgangers; we proberen de vinger te
leggen bij iets dat je kunt isoleren om ervan te genieten. Maar als je
een dichter benadert zonder dit vooroordeel, dan kan vaak blijken dat niet alleen de beste, maar ook de persoonlijkste onderdelen van zijn
werk die punten zijn waar op
de gestorven dichters, zijn
voorouders, hun onsterfelijkheid het krachtigst bewijzen. En dan heb ik
het niet over de ontvankelijkheid der jeugd, maar over het rijpste werk.
[…]
Traditie valt je niet als een
erfenis toe, en wil je traditie hebben, dan zul je daar hard voor moeten
werken. Zij behelst in de eerste plaats historisch besef. Dit besef mag
welhaast onmisbaar heten voor iemand die dichter wil blijven tot na zijn
vijfentwintigste; en historisch besef betekent inzicht niet alleen in de
verledenheid van het verleden maar ook in de tegenwoordigheid van het
verleden; historisch besef noopt je te schrijven met niet alleen je
eigen generatie in je bloed maar met het gevoel dat de gehele Europese
literatuur van Homerus af, en daarbinnen de gehele literatuur van je
land, een gelijktijdig bestaan heeft en een gelijktijdig bestaande orde
vormt. Het historisch besef, een besef van zowel het tijdloze als
het tijdelijke en van het tijdloze en tijdelijke samen, maakt een
schrijver traditioneel. En tegelijk maakt het een schrijver bewust van
zijn plaats in de tijd, van zijn eigen tijdelijkheid en eigentijdsheid.”
De stelling
van T.S. Eliot is dus - samengevat -
dat het werkelijk vernieuwende
van een dichter – kunstenaar – niet is wat hem van de traditie
onderscheidt, zoals wij meestal menen, maar juist dat wat hem er mee
verbindt,
datgene waarin hij de traditie zelf opneemt en doorgeeft.
Vervang in het bovenstaande citaat dichtkunst
door muziek,
en
we horen hier een appreciatie van het werk van Willem Ceuleers in. Je kunt
‘m in z’n triosonates van 20 jaar geleden bezig horen met stukken traditie
die hij bestudeert, verwerkt, in zich opneemt en zo zich eigen te maken dat
het zijn traditie wordt… en zijn muziek dus muziek van deze tijd.
Wij moeten ons - dixit Eliot -
niet blindstaren op wat
zich los van de traditie poneert als
nieuw… nog nooit vertoond etc...
. Niet dat is hetgeen wat kunst waardevol maakt (of 'een
menselijk artefact tot kunst' maakt).
-
Neos
heet dat in het Grieks. Zulke noviteiten zullen vaak als rariteiten in het
vergeetboek van de geschiedenis terechtkomen.
Naast
Neos heb je ook
nog Kainè in het Grieks = nieuw als die beweging die het vorige
meeneemt terwijl het het verdiept, vernieuwt, aanvult, verrijkt…
-
Kainè
diathèke is het Griekse woord voor dat
deel van de bijbel dat wij kennen als het ‘nieuwe testament’.. Niet voor
niets..
muziek
2. Ik stel u even voor aan T.S. Eliot.
Geboren in 1888 in de Amerika stammend uit een familie die 200 jaar eerder uit
Engeland was weggetrokken vanwege de godsdienstvervolging. Zijn grootvader
William Greenleaf Eliot was zendingspredikant van de Unitariërskerk en een
dominante persoonlijkheid. Zijn vader was een succesvol zakenman De spreuk van
de familie is: Tace aut face = Zwijg of handel. (of vlotter en meer
gevoelsmatig correct: Of je doet iets, of je houdt je mond.
Tom doet –
vanuit deze familie bezien – alles fout. Hij zweert de kerk van zijn ouders
af, hij remigreert naar en vestigt zich uiteindelijk in Engeland, hij laat
de kans om in Harvard te gaan studeren – op verzoek van zijn professor –
liggen en wordt … dichter, schrijver. Z’n brood verdient hij door te
werken op een bank en later bij een uitgever.
Zijn
adolescentie verloopt zeer verward. Er is een diepe, maar ook pijnlijke
vriendschap met Bertrand Russell en er is de dichter Ezra Pound, die zich
over de jonge dichter ontfermt en diens genialiteit openlijk bewondert. Hij
zorgt ook voor de publicatie van Eliots eerste gedichten. Eliot ontpopt zich
als de eerste en tevens grootste modernistische dichter van de
Engelse taal.Toch is hij in zijn levensttijl totaal anders dan de
modernisten op het vaste land. Hij heeft niets bohémiens over zich, slaat
ook geen afbrekende of opruiende taal uit, neen, hij is met dat hij moderner
is dan allen, tegelijk conservatiever dan allen. Het clubje rond Virginia
Woolf (Bloomsbury group) moet uiteindelijk niets meer van hem hebben… ,
zeker als bekend wordt dat hij de - grote dichter van de moderne wanhoop -
zich in op 29 juni 1926 heeft laten dopen en lid is geworden van de
Anglicaanse kerk. Velen verklaren hem ‘geestelijk dood’.
Hij was geen
gemakkelijk man. Als criticus werd hij gevreesd en als persoon waren er maar
weinig die zich bij hem op hun gemak voelden. Toch was hij heel zacht van
karakter en verlegen. Eliot zou Eliot niet zijn als hij – met typisch britse
humor – hier geen prachtig zelfportret van zou hebben gemaakt… (Het komt
voor in ‘five finger-exercises’ uit 1933, overigens een tribuut aan
Strawinskis gelijknamige muziekwerkje).
Bij leven is
hij – hoewel wereldberoemd – Nobelprijs 1948 – een beetje aan het
Nederlandstalige cultuurleven voorbijgegaan, uitgenomen zijn theaterstuk
‘Murder in the Cathedral’ dat veel middelbare scholieren hebben gelezen..
lekker kort. De enige dichter die ik ken die zich intensief met Eliot heeft
bezig gehouden en ook vertaald is Martinus Nijhoff.. Diens grote gedicht
‘Awater’ vertoont ook zeker verwantschap met Eliots “The Waste Land”.
Misschien herkende de aristocraat Nijhoff zich wel in deze Mr. Eliot… Hij is
ook degene die dat kleine zelfportretje vrij, maar wel adequaat vertaalde.
Hoe
onbehagelijk het is Mr Eliot te ontmoeten (vertaling M. Nijhoff)
How unpleasant to meet Mr Eliot !
With his features of clerical cut,
And his brow so grim
And his mouth so prim
And his conversation, so nicely
Restricted to What Precisely
And If and Perhaps and But.
How unpleasant to meet Mr Eliot !
Een
ontmoeting met Mr Eliot valt niet mee.
Hij ziet er uit als een blikken dominee .
Zijn gezicht heeft iets stuurs,
zijn mond iets zoet-zuurs,
zijn minzame antwoorden, negen keer van de tien,
beperken zich tot: Misschien, of Indien,
of Dat staat te bezien,
Nee,
een
ontmoeting met Mr Eliot valt niet mee.
muziek
3. The Waste Land Het is
duidelijk dat Eliot grote crississen heeft meegemaakt in zijn leven. Als je
zijn biografie napluist dan vind je er sporen van. Er is de quasi levenslange
relatie met Emily Hale, die dateert van voor WO I.
Toevoeging 2020: Zij is en blijft zijn
confidante tot Eliot in 1957 met z'n secretaresse huwt. De 1,131 brieven die
Eliot aan Hale schreeft (persoonlijke, vertrouwelijke brieven) lagen tot
januari 2020 verzegeld in Princeton University Library. Daar zijn ze toen (50 jaar na
Hale's overlijden, zo door haar bepaald) geopend). De brieven getuigen van een
zeer grote nabijheid. Op dezelfde dag verscheen vanuit
Harvard’s Houghton Library ook een postume verklaring van Eliot zelf, die hij in 1960 had
geschreven, waarin hij stelt dat de relatie nooit seksueel is geweest. Kortom:
voer genoeg voor nog meer boeken over Eliot.
Er is het verlies van een
vriend geweest in de oorlog, er is zijn huwelijk met Vivien Heigh-Wood in 1915, een
blijkbaar zeer bijzondere vrouw, wier genialiteit echter ontspoort en die in een psychose
belandt.
Begin jaren '20 gaat met Eliot alles mis, zo
erg zelfs dat Eliot de wanhoop nabij is en zich bizar begint te gedragen.
Ezra Pound regelt een opname en behandeling in een psychiatrische kliniek in
Zwitserland. Als hij terugkomt is hij er na drie maanden al weer even erg
aan toe.
Slechts één ding is er bij gekomen. Hij overhandigt een geschrift met meer
dan 1000 verzen aan Ezra Pound…
Die is er helemaal van
ondersteboven. Dit is ongehoord krachtige taal. Alleen te lang. Teveel. Hij
knipt er grondig in: Eliot later ook nog en er blijven 433 versregels over:
The Waste Land is geboren, één van 's werelds meest becommentarieerde
gedichten.
Het bestaat uit 5 delen;
Waarschijnlijk zit heel Eliots
leven tot dan toe zit er in, alle wanhoop… maar je merkt er niets van, want
naast de inschakeling
van de traditie in het kunstenaarschap hoort de
uitschakeling
van de individualiteit, de eigen persoonlijke emoties
tot zijn dichterscredo..
Nogmaals uit het opstel waarmee
ik begon.
Een van de fouten van
dichterlijke excentriciteit is het zoeken naar nieuw uit te drukken
menselijke emoties; door op de verkeerde plaats naar vernieuwing te zoeken
komt men uit bij ontaarding…
Poëzie is niet het luchten van
emotie maar een ontsnapping aan emotie; het is geen expressie van
persoonlijkheid, maar een ontsnapping aan persoonlijkheid. Maar natuurlijk
weten alleen zij die persoonlijkheid en emoties bezitten wat het betekent,
aan die dingen te willen ontsnappen.
De Zwitserse psychiater zit
verstopt in the Waste land (in deel III, De Vuurrede, een verwijzing naar de
Boeddha)… maar de wanhoop die hij daar ervoer is via een bijbelse associatie
(psalm 137, de rivieren van babylon, waar wij weenden) geïntensiveerd tot
een emotie met meer dan persoonlijke betekenis.
III: The
Fire Sermon / De Vuurrede (r. 179-186)
.......The nymphs are departed. And their friends, the loitering heirs
of city directors; Departed, have left no addresses. By the waters of
Leman I sat down and wept... Sweet Thames, run softly till I end my song,
Sweet Thames, run softly, for I speak not loud or long. But at my back
in a cold blast I hear The rattle of the bones, and chuckle spread from ear
to ear. III (slot ; r. 292-311) Highbury bore me.
Richmond and Kew Undid me. By Richmond I raised my knees Supine on the
floor of a narrow canoe.' 295 'My feet are at Moorgate, and my heart
Under my feet. After the event He wept. He promised "a new start". I
made no comment. What should I resent?' 'On Margate Sands. 300 I can
connect Nothing with nothing. The broken fingernails of dirty hands.
My people humble people who expect Nothing.' 305 la la
To
Carthage then I came
Burning burning burning burning O Lord Thou
pluckest me out O Lord Thou pluckest 310
burning
NEDERLANDSE VERTALING
uit W. Bronzwaer, T.S. Eliot Gedichten, resp.
p. 117, 123, 127 en is van de vertaler: Theo van Baaren.
De nymphen zijn vertrokken. Hun vrienden ook, de
luierende zoons van grote zakenlui; Vertrokken, zonder achterlating van
adres. Aan de wateren van Leman zat ik teneer en weende. . . Lieflijke
Theems, stroom zacht, tot ik eindig mijn zang, Lieflijke Theems, stroom
zacht, want ik spreek niet luid noch lang. Maar achter mijn rug in koude
vlagen hoor Ik beenderen ratelen, en grinniken gespreid van oor tot oor.
In Highbury geboren. In Richmond en Kew verloren. 'k Verhief
mijn knieën in Richmond aangekomen, Achterover in mijn smalle kano
uitgestrekt.' 'Mijn voeten zijn te Moorgate, en mijn hart Onder mijn
voeten. Toen het was gebeurd Beloofde hij" een nieuw begin" vol smart.
Ik heb' t niet goed- noch afgekeurd. Waarom verbitterd of getreurd ?' 'Op'
t strand van Margate Kan ik verbinden Niets met niets. Gebroken
nagels van vuile handen. Mijn familie, kleine lui, die niets
Verwachten. ' lala
Te Carthago kwam ik toen
Brandend brandend
brandend brandend O Heer Gij trekt mij uit O Heer Gij trekt
Brandend
In het volgende stuk wordt de
desolaatheid, the Waste land, in taal (woorden, siginifiers en klanken
tegelijk) opgeroepen. Het komt uit het laatste deel: ‘Wat de donder
sprak’ (What the thunder said)
V. WHAT THE
THUNDER SAID / Wat de donder sprak (r. 332-358)
AFTER the torchlight red on sweaty faces After the frosty silence in
the gardens After the agony in stony places The shouting and the
crying 325 Prison and place and reverberation Of thunder of spring over
distant mountains He who was living is now dead We who were living are
now dying With a little patience 330
Here is no water but only rock
Rock and no water and the sandy road The road winding above among the
mountains Which are mountains of rock without water If there were
water we should stop and drink 335 Amongst the rock one cannot stop or
think Sweat is dry and feet are in the sand If there were only water
amongst the rock Dead mountain mouth of carious teeth that cannot spit
Here one can neither stand nor lie nor sit340 There is not even silence in
the mountains But dry sterile thunder without rain There is not even
solitude in the mountains But red sullen faces sneer and snarl From
doors of mudcracked houses If there were water 345 And no rock If
there were rock And also water And water A spring 350 A pool
among the rock If there were the sound of water only Not the cicada
And dry grass singing But sound of water over a rock355 Where the
hermit-thrush sings in the pine trees Drip drop drip drop drop drop drop
But there is no water
Na' t toorts licht rood op bezwete gelaten Na
de kille stilte in de tuinen Na de doodsstrijd op rotsige plaatsen
Het roepen en het schreeuwen Kerker en paleis en weerklank Van
lente-donder over verre bergen Is Hij die leefde Zijn wij die leefden
nu stervend Met een weinig geduld
Hier is geen water maar enkel
rots Rots en geen water en de weg vol zand De weg kronkelend boven
door de bergen Die bergen van rotsen zijn zonder water Wij hielden was
er water halt om ons te drenken Men kan tussen de rotsen niet stil staan
of denken Zweet is droog en voeten staan in 't zand Als er slechts
water tussen de rotsen was Bergmond dood vol tanden rot tot spuwen niet
in staat Hier is men niet tot liggen, zitten noch tot staan in staat
Zelfs is er niet eens stilte in de bergen Maar donder droog steriel en
zonder regen Zelfs eenzaamheid is er niet in de bergen Gezichten
mokkend rood grijnzen en grauwen In deuren van moddergebarsten huizen
Indien er water was En geen rots Indien er rots was En ook nog
water En water Een bron Een poel tussen de rotsen Indien er
slechts de klank van water ware Niet de krekel En droog gras zingend
Maar klank van water over een rots Waar de lijster eenzaam zingt in de
dennen Drip drop drip drop drop drop drop Maar er is geen water
complete engelse tekst op het
internet in het Engels: o.a.
https://bartleby.com/201/1.html
muziek
Zoals gezegd is Eliot in 1926
toegetreden tot de Anglicaanse kerk. In 1927 schrijft hij op verzoek van een
uitgever een kerstgedicht in de reeks ‘Ariel-poems’. Het is ‘The journey of
the Magi’. Ik heb een vertaling achterop afgedrukt.
Het is zeker geen
stichtelijke
poëzie, in de binnenkerkelijke zin.
Dat weigerde hij te
schrijven. Een dichter heeft een veel wijdsere roeping en moet altijd bezig
zijn met het naar voren brengen van betekenis vanuit de
hele
levenswerkelijkheid, zodat ieder die leeft zich erin herkennen kan.
Eliot is enorm geraakt geweest
voor en na zijn bekering door preken van een zekere
Lancelot Andrewes,
een Anglicaanse predikant uit… het begin van de 17de eeuw.
Een hele reeks opstellen heeft
Eliot aan hem gewijd en een hele bundel essays aan hem opgedragen. Deze
predikant preekte zo intens, geconcentreerd, tekstbetrokken dat je niet
anders kon dan met hem meegaan.. het verhaal in… tot het verhaal jouw
verhaal werd. Andrewes deed dat in een taal die Eliot vele eeuwen
later niet kon weerstaan… Over hem (en indirect zichzelf) schrijft Eliot
bijv: Zijn intellectuele honger werd gestild door de theologie en
zijn gevoelens door gebed en liturgie’.(for Lancelot Andrewes, selected
essays p 352). Dit gedicht begint met een bijna
letterlijk citaat uit een kerstspreek over de Magi (de wijzen, koningen) van
deze E.H. (tussen aanhalingstekens) .
Andrewes stelt zich voor hoe ze
hun tocht hebben beleefd en laat ze zelf er op terublikken en zo zoekt hij
naar wat die reis met hen gedaan zou kunnen hebben..
Klik hier
voor de pagina met de vertaling:
muziek
deel II:
overe
the Hollow Men
deel III:
over Ash-Wednesday
deel IV:
over Four Quartets
© Dick Wursten, februari 2006
|